Parker en Davis: grondleggers van de moderne jazz

Er zijn twee mannen die worden gezien als de belangrijkste grondleggers van de moderne jazz zoals die na 1940 in de VS is ontstaan: Charlie Parker en Miles Davis. Parker is als componist en altsaxofonist het symbool van de nieuwe jazz geworden. Davis wordt nog altijd bestempeld als de meest invloedrijke en meest belangrijke jazzmuzikant van de twintigste eeuw.

Charlie Christopher Parker junior werd op 20 augustus 1920 geboren in Kansas City. Hij speelde vanaf zijn zevende klarinet en saxofoon. Niet heel goed, maar wel fanatiek. Zijn grote idool was saxofonist en klarinettist Lester Young. In de stad werd hij beïnvloed door optredende boogiewoogie-pianisten en grote bands als die van Andy Kirk, Harlan Leonard en Count Basie en hij speelde klarinet in de schoolband. Op zijn vijftiende gebeurde er drie dingen die de rest van zijn leven zouden bepalen: hij besloot zich volledig aan de muziek te wijden; hij werd tijdens een jamsessie door Jo Jones op een vernederende wijze van het podium gestuurd en hij begon heroïne te gebruiken.   

Na die afgang tijdens de jamsessie besloot hij zich helemaal te gaan toeleggen op de altsax. Hij werd daarbij geholpen door plaatsgenoten als Buster Smith (klarinet en altsax) en Carrie Smith (piano). Hij leerde snel, werd steeds fanatieker en experimenteerde tot verbijstering van oudere collega’s intuïtief met harmonische uitbreidingen en toevoegingen. Tevens probeerde hij langzame stukken twee keer (double time-opvatting) zo snel te spelen. Parker kwam in bigbands terecht waaronder die van Jay McShann, vertoefde enige tijd in het jazzmilieu in Chicago en belandde in 1939 in New York.   

Daar ging hij verder met experimenteren. Hij paste zijn inmiddels uitgebreide harmonische kennis toe tijdens het improvisaties in het nummer ‘Cherokee’ en dat was het moment dat zijn eigen nieuwe stijl was geboren. Sinds die tijd wordt hij samen met Dizzy Gillespie, Thelonious Monk en Bud Powell beschouwd als de uitvinder van de bebop. In 1941 werd tijdens een sessie met de band van Jay McShann de eerste plaatopname met een Charlie Parkersolo gemaakt: Hootie Blues. Daarmee werd zijn naam als vernieuwer en inspiratiebron voor menig jazzmuzikant definitief bevestigd. Zijn composities zijn gebaseerd op het twaalfmatig bluesschema of op de akkoorden van 32-matige standards. Hij is dan zo’n grootheid geworden dat hij de bijnaam Yardbird (kortweg Bird) krijgt, maar intussen bleef hij ook zwaar verslaafd aan de heroïne. Dat maakte in 1946 een voorlopig einde aan zijn glanzende carrière. 

Hij leidde in die periode het trieste leven van een berooide junk, had angstvisioenen en leed aan achtervolgingswaanzin. Uiteindelijk belandde hij in een ontwenningskliniek, waar hij na een half jaar ‘clean’ vertrok. Hij ging naar New York, richtte daar een kwintet op met Miles Davis (trompet), Duke Jordan (piano), Tommy Porter (bas) en Max Roach (drums). Bird was terug, trad weer incidenteel op met Dizzy Gillespie en componeerde weer. In 1949 werd in New York zelfs een naar hem vernoemde jazzclub geopend: Birdland. Die was bij wijze van gimmick versierd was met kooitjes met vogels die door de rokerige sfeer in de club helaas snel het loodje legden. 

Zijn eerste Europese optreden was in 1949 tijdens het Parijse jazzfestival waar hij optrad met trompettist Kenny Dorham, bassist Tommy Porter, pianist Al Haig, drummer Max Roach. Hij maakte platen met bigbands en strijkorkesten en was inmiddels weer verslaafd aan allerlei pillen, maar ook weer aan de heroïne.

Behalve van zijn gezondheid maakt hij ook van zijn financiën een puinhoop. Het leek er steeds meer op dat hij er bewust bezig was om zichzelf al slikkend en spuitend te vernietigen. In 1953 gaf hij in de Massey Hall in Toronto (Canada) nog een achteraf gezien historisch concert met zijn maten van het eerste uur: trompettist Dizzy Gillespie, pianist Bud Powell, bassist Charles Mingus en drummer Max Roach. Daarna volgde twee mislukte zelfmoordpogingen, maar door zijn verslaving had hij al jaren met hart-, maag- en leverkwalen. Daar kwam in voorjaar van 1955 een longontsteking bij en die werd hem fataal. Hij overleed op 34-jarige leeftijd, maar liet op muziekgebied een onuitwisbare indruk en flink muzikaal oeuvre na.  Van 1985 tot 2006 werd tijdens het North Sea Jazz Festival de naar Parker vernoemde Bird Award uitgereikt aan musici die veel voor de jazz hadden betekend. De eerste Bird Award in Den Haag ging naar Miles Davis. Over hem meer in de volgende aflevering.