Kerst en jazz: een prima combinatie

Bijna alle grote jazzcoryfeeën hebben wel kerstrepertoire gezongen. Er zijn veel kerstklassiekers die een lekkere jazzy sound hebben. Een sound die licht van toon is en aangenaam van melodie. Muziek ook die prettig in het gehoor ligt met teksten die positief zijn en moeten zorgen voor de nodige lichtpuntjes in deze donkere tijd. Het is repertoire dat ieder jaar weer in allerlei vormen en door meest uiteenlopende artiesten wordt gebracht. Maar zelfs de versies uit het verleden zijn in deze tijd met de regelmaat van de klok nog op de radio te beluisteren. Kerst en jazz: het blijft een prima combinatie. In deze kerstaflevering nemen we een aantal van die klassiekers onder de loep. 

Louis Armstrong nam in 1955 het nummer ‘Christmas in New Orleans’ op met een grote All Stars Band. Het door Dick Sherman en Joe van Winkle geschreven nummer heeft als intro de eerste maten van het klassieke ‘Jingle Bells’, maar ontpopt zich daarna als een swingend bigbandnummer waarin Armstrong als zanger en solerende trompettist laat horen dat kerst hem heel vrolijk maakt.

Frank Sinatra is ook een zanger uit die periode die muzikaal aardig uit de voeten kon met de kerst. Hij bracht in 1948 de plaat ‘Christmas songs by Sinatra’ uit met daarop 8 nummers. Het waren allemaal klassieke nummers als ‘Silent Night’, ‘Jingle Bells’ en ‘White Christmas’, maar mooi nieuw gearrangeerd zodat ze perfect pasten bij de stem van Sinatra. Maar het bekendste nummer in zijn kersrepertoire is ‘Have Your Self A Merry Little Christmas’. Het is geschreven door Hugh Martin en Ralph Blane en door Judy Garland in 1944 gezongen in de film ‘Meet Me in St Louis’. Het is echter een echt Sinatra-nummer geworden dat hij op de diverse kerstalbums heeft uitgebracht in allerlei uitvoeringen; zelfs een keer samen met Dean Martin.

Een echte klassieker is ‘Winter Wonderland’ in de uitvoering van Bing Crosby. Het nummer werd in 1934 geschreven door Felix Bernard en Richard Bernhard Smith. De allereerste versie werd opgenomen door bandleider, violist en goochelaar Richard Himber. Na hem zijn er nog meer dan duizend artiesten geweest die het nummer gecoverd hebben. Toch is de versie die Crosby in 1962 met een groot orkest opnam voor zijn plaat ‘I Whise You A Merry Christmas’ de meeste bekende uitvoering van het nummer geworden. Het is ook een nummer dat uitstekend past bij een crooner als Crosby. Zijn grootste hit was overigens ook een kerstnummer: het door Irving Berlin gecomponeerde ‘White Christmas’.

Een andere echte jazzklassieker is ‘The Christmas Song’. Vaak wordt er als ondertitel ‘Chestnuts Roasting on an Open Fire’ aan toe gevoegd, maar de echte ondertitel luidt ‘Merry Christmas to You’. Het is een klassiek kerstnummer dat in 1944 werd geschreven door zanger, componist en musicus Mel Tormé en Bob Wells. Tormé vertelde dat het nummer in een warme zomer werd geschreven en dat het best lastig was om het hoofd ‘koel’ genoeg te houden om winterse sferen op te roepen. Dat lukte uiteindelijk door te denken dat ze bezig waren het meest gedraaide kerstnummer voor altijd te schrijven. En ze hebben geen ongelijk gekregen.

Ook dit nummer is door vele artiesten gezongen en op de plaat gezet, maar het is het kerstlied van Nat King Cole (foto) geworden. Hij nam het voor het eerst op met het Nat King Cole Trio in 1946. Dat bestond naast de zanger/pianist uit gitarist Irving Ashby en bassist Johnny Miller. Er was ook een orkest bij en het trio fungeerde als ritmesectie. Het zou uiteindelijk Cole’s bestverkochte plaat en één van de allergrootste kersthits worden. Cole nam het nummer nogmaals op in 1953 en 1961. Mel Tormé vond het zelf ook wel een lekker nummer en heeft het in 1954, 1961, 1966 en 1992 zelf ook nog op de plaat gezet.

Nat King Cole werd in 1917 geboren in Montgomery (Alabama) als Nathaniel Adams Cole. Via de kerk, waar zijn moeder organist was, kwam hij al jong in aanraking met muziek. Via het kerkorgel belandde hij bij de jazz en ontwikkelde hij zijn pianospel dat zich best laat omschrijven als helder, licht en lenig. Hij ontwikkelde zijn spel in de swingperiode, maar er zijn ook duidelijk invloeden van de bebopstijl in te horen. Daarnaast bleek hij, net als zijn broer Fred, over een prima zangstem te beschikken. Hij ontwikkelde zich naast pianist en songwriter dan ook verder als jazzzanger. Hij ontdekte dat zijn herkenbare lage baritonstem zich uitstekend leende voor jazzballads. Daar is hij zich op toe gaan leggen en hij wordt nog steeds gezien als één van de beste mannelijke jazz- en balladsvertolkers van de jaren ’50 en ’60.

Dat kwam mede, zo beweerde de man ooit zelf, doordat hij drie pakjes mentholsigaretten per dag rookt. Het verhaal gaat dat hij voor iedere plaatopname ter voorbereiding eerst drie sigaretten rookte. Dat hield zijn stem laag, beweerde hij. Die gewoonte zou hem uiteindelijk ook opbreken. In 1964 werd keel- en longkanker bij hem geconstateerd, waar hij in 1965 op 45-jarige leeftijd aan is overleden. Behalve als een begenadigd pianist en uitstekend zanger werd hij door collega’s ook geprezen om zijn uitstraling (altijd strak in het pak en keurig gekapt) en zijn talent als entertainer. In 1954 trad hij als erkend zangvedette in Nederland op in het Concertgebouw in Amsterdam.      

Uiteraard staat ‘The Christmas Song’ ook op de recent door Blue Note uitgebrachte kerstplaat van Trijntje Oosterhuis met het Jazz Orchestra Of The Concertgebouw. Het is een swingende ode aan al die kerstjazzklassiekers die door de jaren heen in allerlei uitvoeringen in ons collectieve geheugen staan gegrift.  

Deze speciale kerstaflevering is de laatste aflevering van dit jaar in de rubriek Jazz History van het CTJH. In januari pakken we draad van deze serie over de geschiedenis van de jazz weer op.

Het bestuur van het CTJH wenst u fijne kerstdagen en een muzikaal en swingend 2021.  

Geef een reactie