Zoals de jazz in het verleden van het buitenland naar Nederland kwam, zo ontdekte het buitenland in de jaren ’80 en ’90 steeds meer de Nederlandse jazz. Of preciezer geformuleerd: de Nederlandse jazzmuzikanten. De ontwikkeling hier in eigen land, zoals het opzetten van goede jazzafdelingen op de conservatoria en het creëren van voldoende jazzpodia door het hele land wierp zijn vruchten af. Nederland begon wereldwijd een stevig deuntje mee te blazen op het gebied van de jazz.
Saxofonist Hans Dulfer is daar een goed voorbeeld van. Naast muziek maken deed hij in Nederland van alles wat met muziek en met name jazz, te maken had. Hij was bestuurslid van het BIM-huis, schreef columns voor het muziekblad Oor en was zelfs een periode directeur van de muziektempel Paradiso in Amsterdam en speelde daarnaast in diverse bands in Nederland, en ook daarbuiten. Dat laatste bracht hem aan het eind van de jaren ’90 zelfs in Japan. Daar werd hij uiteindelijk een hele grote meneer en dat is hij, letterlijk en figuurlijk, nog steeds. Hij speelt er uitsluitend in grote zalen en hallen die stijf uitverkocht zijn en kan daar als lange Hollander niet over straat lopen zonder omringd te worden door tientallen fans. Hij brak in Japan door met de ‘Streetbeats’ en heeft daar in het Land van de Rijzende Zon zelfs een gouden plaat voor gekregen.
De uit Suriname afkomstige zangeres en zangpedagoge Denise Jannah debuteerde in 1991 op het North Sea Jazz Festival. Een mooi internationaal podium voor een beginnende zangeres en dat heeft dan ook gelijk zijn vruchten afgeworpen. Ze had in dat debuutjaar haar eerste album uitgebracht en dat werd een succes. Haar tweede album in 1993 werd nog succesvoller en leverde haar een Edison op. Ook in Amerika hadden ze inmiddels in de gaten dat er een bijzondere jazzzangeres in Nederland was opgestaan. Zo bijzonder zelfs dat ze in 1995 als eerste Nederlandse jazzmusicus werd gecontracteerd door het prestigieuze Amerikaanse jazzlabel Blue Note. Haar carrière kwam in een stroomversnelling en ze trad op over de hele wereld met alle grote jazzmusici en won talloze internationale prijzen. Ze kon en kan vele hoogwaardigheidsbekleders tot haar fans rekenen zoals de Nederlandse Koninklijke familie, de voormalige Surinaamse president Venetiaan, maar ook Nelson Mandela en de familie Clinton.
Internationaal succes was er in die jaren ook weggelegd voor de band Cubop City Big Band van jazz- en latin drummer Lucas van Merwijk. De band is vernoemd naar een nummer van de Cubaanse orkestleider Machito (1908-1984) en werd in 1995 speciaal opgericht om een album met nummers van deze orkestleider te maken. Dit werd zo’n succes dat men daarna ook muziek van andere Cubaanse en Latijnse muzikale grootheden is gaan eren. De band oogstte veel succes tijdens een tournee door de Verenigde Staten en toerde daarna met veel gastmusici door onder andere Colombia, Suriname, Curaçao en Aruba. In 2009 stopte band, maar een jaar later werd een doorstart gemaakt met de eerste van drie Otro-Mundo-tournees met Zuid-Amerikaanse gastmuzikanten. In 2016 verscheen een album ter gelegenheid van het twintigjarig bestaan met bewerkingen van Earth Wind & Fire-klassiekers en 2018 volgde nog een tournee met muziek van artiesten die verbonden zijn aan het Fanialabel, het label van de Dominicaanse Republiek geboren componist en bandleider Johnny Pacheco.
Wie in dit rijtje natuurlijk niet mag ontbreken is componist en pianist Michiel Borstlap. Zelf treedt hij op over de hele wereld, maar zijn composities worden ook gespeeld door grootheden als pianist Herbie Hancock en saxofonist Wayne Shorter. Kortom, de Nederlandse jazz is inmiddels een aantrekkelijk exportproduct geworden. Maar de weg daar naartoe is waarschijnlijk al veel eerder geplaveid door zangeres Rita Reys (1924-2013, foto). Zij verbleef in 1953 al een periode in Stockholm, wat toen het centrum van de jazz in Europa was. Ze trok op met artiesten als Ella Fitzgerald, Dizzy Gillespie, Oscar Peterson en Lester Young en was bij plaatopnamen met Quincy Jones. Ze maakte platen met onder andere de Art Blakey’s Jazz Messengers, Hank Mobley en Horace Silver en werkte samen met Stan Getz, Zoot Sims en Johnny Griffin. En dat is nog maar het topje van de ijsberg van haar internationale samenwerkingen. Ze toerde over de hele wereld, had veel succes in Amerika en kreeg terecht de eretitel ‘Europe’s First Lady of Jazz’. Haar eerste man, drummer Wessel van Icken (1923-1957), en haar tweede echtgenoot, pianist Pim Jacobs (1934-1996) hebben een belangrijke rol gespeeld in haar internationale carrière.
Denise Jannah, nog nauwelijks bekend, trad tijdens het toenmalige Waddensea Jazzfestival op in Trebol. Na afloop voegde ze zich spontaan bij de foyersessie, totaal geen sterallures en niet neerkijkend op amateurs…dat kenmerkt de ware groten!