Zonder bas geen echte jazz

Er zijn inmiddels muzikale vormen van jazz waar geen bas in voor komt, maar laten we eerlijk zijn: dat zijn natuurlijk afgeleide vormen van jazz. Echte jazz kan niet zonder bas. In de jazzmuziek zijn de bassisten de bindende factor. Samen met de drummer vormen zij de stabiele basis waarop de rest van de muzikanten kunnen improviseren en hun talenten kunnen tonen. De geschiedenis van de jazz kent vele tientallen jazzbassisten, die ondanks hun vaak belangrijke, maar bescheiden rol op de achtergrond toch over uitzonderlijke muzikale kwaliteiten beschikken. Grote namen uit het heden en verleden zijn onder andere Marcus Miller, Victor Wooter, Stanley Clark, Jaco Pastorius, Ruud Jacobs, Ray Brown, Paul Chambers, Jesper Lundgaard en Oscar Pettiford. En dat is nog maar een heel klein topje van de ijsberg. In deze aflevering komen drie jazzbassisten aan de orde. Twee uit het heden: Anneleen Boehme en Esperanza Spalding. En één uit het verleden: Charlie Haden.

Charles Edward Haden (foto) werd geboren in 1937 in Shenandoah (Iowa) en is in 2014 overleden in Los Angeles. Hij wordt gezien als één van de kernfiguren in de free jazz-stroming van de jaren zestig. Hij werkte in die periode langdurig samen met saxofonist Ornette Coleman. Hij had een zeer persoonlijke, technische manier van spelen, die in eerste instantie niet als heel briljant werd aangemerkt. Toch is dat het wel geworden. Hij ontwikkelde een hele eigen, ronde, zangerige toon in het lage en middenregister. Dat was zo herkenbaar dat zijn werk een eigen naam kreeg: de zingende baspartijen.

Daarbij had hij het vermogen om steeds te veranderen van rolpatroon. Hij stuurde het groepsproces aan of liet zich erdoor aansturen. Daarbij liet hij het degelijke aangeven van de harmonische onderbouw, zeg maar het strakke, bepalende ritme, soms voor wat het was en werd de bas in plaats van ondersteunend echt een stem in het improvisatiespel. Haden is daardoor het symbool geworden voor de vrijere basopvattingen. Na zijn studie aan het Conservatorium van Oberlin in Ohio kwam hij in de tweede helft van de jaren ’50 te spelen met altsaxofonist Art Pepper en pianist Paul Bley. In 1969 kwam hij in het kwartet van Coleman terecht, waar hij jaren heeft gespeeld. Daarna kwam hij terecht in het New Yorkse jazz Composers Orchestra en leidde hij met pianiste Carla Bley het Liberation Music Orchestra. Verder speelde hij in allerlei projecten samen met alle grote namen in de jazz en werd hij de aanvoerder van het Charlie Haden Quartet West. Naast het bespelen van de bas componeerde Haden ook.

De in 1984 geboren Esperanza Emily Spalding is behalve bassist ook zangeres, componist en bandleider. Deze uit Portland (Oregon) afkomstige dame is klein van stuk, maar groots als het op muzikale daden aankomt. Als kind is ze begonnen met vioolspelen, maar leerde zichzelf daarnaast meerdere andere instrumenten te bespelen, waaronder de bas en de gitaar. Het was dan ook niet zo vreemd dat ze aan de Portland State University en later aan de Berklee College of Music muziek ging studeren. Op die opleidingen besloot zij zich verder te gaan specialiseren op de bas. In 2006 bracht ze haar eerste album ‘Junjo’ uit. En er zouden er nog veel volgen.

Haar spel op de bas laat zich het beste omschrijven als melodisch en licht. Het past bovendien uitstekend bij haar elastische, zachte zangstem zonder dat die bescheiden is te noemen. Ze toerde met saxofonist Joe Lovano en werkte onder andere samen met Patti Austin, Tineke Postma, Bruno Mars, Alicia Keys en vele anderen. Ze zingt in het Engels, Spaans en Portugees. Inmiddels heeft ze vier Grammy Awards, een Boston Music Award en Soul Train Music Award gewonnen. Bovendien heeft ze als docent gewerkt op het Berklee College of Music. In 2017 is zij benoemd tot hoogleraar uitvoerende muziek aan de Harvard University en 2018 ontving zij van de het Berklee College of Music het eredoctoraat muziek. Haar laatste album ’12 Little Spells’ dat in 2018 is uitgekomen is ook weer een groot succes geworden. Voor dit album ontving ze in januari 2020 een ‘Grammy Award for the Best Vocal Album’.

Anneleen Boehme is de jongste loot aan deze boom van jazzbassisten. Zij is 1989 geboren in het Belgische Izegem en startte op haar twaalfde al met les op de contrabas. Nu is België op het gebied van jazz altijd al een leverancier van toptalent gebleken en daar moet Boehme inmiddels ook toe gerekend worden. Hoewel ze haar studie begon met klassieke muziek en jazz, heeft ze uiteindelijk voor jazz gekozen. In 2007 ging ze naar het Koninklijk Conservatorium in Den Haag waar ze onder andere les kreeg van Hein van de Geyn, Frans van der Hoeven en Janos Bruneel. Niet de minsten als het om de bas gaat. Ze studeerde af aan het Conservatorium in Antwerpen bij Nicolas Thys.

Sinds 2007 is ze ook bassist van het Belgische jazztrio LABtrio met Lander Gyselinck op drums en Bram de Looze op piano. Deze muzikanten en ook het trio mogen zich inmiddels tot de internationale jazztop rekenen. Ze hebben inmiddels over de wereld op jazzfestivals gestaan en meerdere cd’s uitgebracht. Anneleen Boehme geeft ook les, speelt nog in diverse andere formaties en speelt als gast veel samen met ander Europese jazzartiesten. Onlangs bracht ze met haar nieuwe groep Grand Picture Palace het album met gelijknamige naam uit. Op dit album laat zij jazz en klassiek op een prachtige manier met elkaar versmelten. De groep bestaat uit een jazzkwintet en een strijkkwartet en dat past uitstekend bij haar sterke composities en arrangementen. Daarbij staat haar stevige basgeluid centraal. Het is het krachtige en evenwichtige middelpunt van de muziek dat een comfortabele steunpilaar vormt voor de overige muzikanten. Haar muziek is een mooie nieuwe stap in de jazz, waarbij grenzen tussen de verschillende genres verder vervagen en het geheel meer is dan de som der delen waaruit die verschillende genres bestaan.

Geef een reactie