CTJH start nieuw seizoen met The Blue Goose Revival Jazzclub

Na een door de coronapandemie noodgedwongen stilte van meer dan een jaar is  het nu weer zover dat het Centrum Traditionele Jazz Harlingen (CTJH) de draad kan oppakken met een nieuwe serie jazzconcerten. Het eerste concert van deze serie staat gepland voor zondag 10 oktober. Dan komt The Blue Goose Revival Jazzclub naar Harlingen. Zij staan garant voor een spetterende en swingende jazzmiddag. Het concert vindt plaats in Hotel-Restaurant ’t Heerenlogement in Harlingen. De aanvang is 14.30 uur.  De toegang is €12,50 en voor Vrienden van het CTJH €10.

The Blue Goose Revival Jazzclub laat de hotjazz en blues uit de jaren ‘20 en ’30 van de vorige eeuw herleven. Al bijna 10 jaar is dit Drentse orkest in Noord-Nederland met deze muziek bezig. De oprichters Frans van Gulik en Ine Sonneveld zijn na hun Brabantse avontuur met The Blue Goose Society Jazzclub opnieuw begonnen in Drenthe. Met een enthousiaste club mensen is er inmiddels flink aan de weg getimmerd.

In een kleine bezetting met drie rietblazers, drie koperblazers, banjo, drums en sousafoon en zang klinkt de band authentiek en weten zij de oorspronkelijke sound uit die tijd dicht te benaderen. Er worden dan ook originele arrangementen en transcripties gespeeld van  grootheden uit die tijd, zoals Walter Donaldson, Frank Skinner, Irving Berlin, King Oliver, Duke Ellington en Frank Trumbauer. Nummers als Mississippi Mud, Blue Skies, Changes, Borneo, West End Blues passeren de revue. Het repertoire is afwisselend en er komen verschillende stijlen voorbij.

Huisorkest CTJH pakt de draad weer op

The Roaring Twenties Experience, het huisorkest van het Centrum Traditionele Jazz Harlingen (CTJH) pakt de draad weer op. Door de coronaperikelen hebben de activiteiten van het orkest lang op een laag pitje gestaan. Optredens waren niet mogelijk en het repeteren is er eveneens vaak bij ingeschoten. Inmiddels lijkt er weer meer mogelijk en wordt er volop gerepeteerd in aanloop naar diverse optredens die voor het komende seizoen gepland staan.

Het huisorkest maakt zich na meer dan een jaar stilstand op voor een actief muziekseizoen. Eind mei werd besloten de afgelopen zomermaanden te gebruiken om de in de periode daarvoor vele gemiste repetities weer in te halen. Tevens is die tijd gebruikt om nieuwe orkestleden in te wijden in het repertoire. Vanaf 13 september gaat het orkest ook weer werken aan nieuw materiaal.

Inmiddels staan er voor de komende maanden optredens gepland in Leeuwarden, Harlingen, Burgum en Bolsward. De orkestleden van The Roaring Twenties Experience hebben daar zin in en zij hopen het publiek ook. De weer wekelijkse repetities werpen intussen hun vruchten af. Het  orkest groeit na die lange periode van stilstand weer naar een goed muzikaal niveau. Kortom, het orkest kijkt uit naar een mooi, swingend jazzseizoen en hoopt dat beperkende coronamaatregelen niet opnieuw roet in het eten zullen gooien.

Bij het orkest is overigens nog ruimte voor een ervaren trompettist. Een bedreven amateurblazer dus die houdt van de swingende jazz uit de jaren van de Charleston en die het lezen van de muziekpartijen geen probleem vindt. Belangstellenden kunnen zich melden bij: Hans Meijer (organisatie) jjhmeijer@outlook.com ,  tel. 06 55 13 16 24 of Arend Huisman (orkestleider)  info@arendhuisman.nl , tel. 06 55 38 53 86. Meer informatie is ook te vinden op de website van het CTJH: www.ctjh.nl

Nominaties Edison Jazz 2021 bekend

De Edison Stichting heeft onlangs de nominaties Edison Jazz 2021 heeft bekendgemaakt. Deze worden toegekend door een onafhankelijke en vooraanstaande vakjury aan nationale en internationale albums van bijzondere kwaliteit. Van eigen bodem zijn de kanshebbers voor een Edison Fay Claassen, K.O.Brass, New Cool Collective, Sanne Rambags, het Sun-Mi Hong Quintet, Tineke Postma en de Yaşam Hancilar Band. In de categorie ‘het Document’ ook twee Nederlandse nominaties, hier maken Early Blue met  opnamen van Ann Burton en Then and Now van het Metropole Orkest & Ack van Rooyen kans om te winnen, maar ook de Blue Note Re:imagined uitgave met verschillende internationale artiesten. De andere internationale genomindeerden zijn Ambrose Akinmusire, Black Pumas, Dino Saluzzi, Gregory Porter, Joshua Redman, Kurt Elling & Danilo Perez, Lianne La Havas, Nubya Garcia, Rema, SAULT en Tom Misch & Yussef Dayes.

Ook dit jaar werden de Edisons voor Jazz vanwege de coronacrisis niet uitgereikt te midden van North Sea Round Town – het fringe festival van North Sea Jazz Festival in Rotterdam. Desalniettemin zal de Edison Stichting dit najaar de winnaars van Edison Jazz 2021 bekendmaken op gepaste wijze.

Genomineerden Edison Jazz 2021

Nationaal
K.O.Brass – Keyo (ZenneZ Records)
K.O.Brass vernieuwt op het album Keyo de New Orleans brassband traditie op verbluffende wijze. Moeiteloos wordt geschakeld tussen de kenmerkende ‘second line’ ritmes van New Orleans jazz, naar pop en, ongebruikelijk in dit genre, hedendaags gecomponeerde muziek. Ingebed in ingenieuze arrangementen worden platgetreden paden hier volkomen omzeild. De eigen composities klinken volkomen logisch. Respect!

Sun-Mi Hong Quintet – A Self-Strewn Portrait – (ZenneZ Records)
Op haar tweede album A Self-Strewn Portrait klinkt de rijzende ster Sun-Mi Hong zelfbewust. Met haar eigen goed op elkaar ingespeelde band verkent drummer Mi Hong op dit album de mogelijkheden van zowel freejazz als modern acoustic jazz, met doorgecomponeerde stukken en vrijere passages in de traditie van het Wayne Shorter Quartet. Het ene moment subtiel en aftastend, dan weer met stuwend slagwerk. Wereldklasse.   

Tineke Postma – Freya (Edition Records)
Postma is een Nederlands saxofoniste met veel internationale connecties. Ze speelde met musici als Herbie Hancock en Wayne Shorter. Samen met Greg Osby onderzocht ze in 2014 de verworvenheden van M-Base op hun album Sonic Halo. Op het bij het Engelse Edition Records uitgekomen Freya is haar spel vrijer, warmer en trefzeker. Haar jubelende lyriek is in mooi contrast met het meer gejaagde spel van Ralph Alessi. De composities zijn gelaagd en afwisselend, met ruimte voor ook andere top musici uit de New Yorkse scene als Matt Brewer, Dan Weiss en Kris Davis met wie ze dit album maakte.

Internationaal
Ambrose Akinmusire – on the tender spot of every calloused moment (Capitol Records/Blue Note/Universal International Music)
Met on the tender spot of every calloused moment bewijst Ambrose Akinmusire dat hij één van de belangrijkste trompettisten is van zijn generatie. Op dit album paart hij virtuositeit, toonbeheersing en een grote kennis van de Amerikaanse muziekgeschiedenis aan emoties over hedendaagse problemen van Afro-Amerikanen. Het is goed te horen dat Akinmusires kwartet met Justin Brown (drums), Harish Raghavan (bas) en Sam Harris (piano) al langer samenspelen want ze vullen elkaar moeiteloos aan.

Joshua Redman ft. Brad Mehldau, Christian McBride, Brain Blade – RoundAgain (Nonesuch Records/Warner Music Benelux)
Saxofonist Joshua Redman initieerde de opnamen van RoundAgain waarvoor alle vier – technisch zeer begaafde – muzikanten composities schreven. Naast Redman zijn dat Brad Mehldau op piano, Christian McBride op bas en op drums Brian Blade. Energiek spelend verkennen ze de mogelijkheden en verleggen ze grenzen waardoor dit album een heerlijk inkijkje geeft in creatieve geesten.

Nubya Garcia – Source (Concord Jazz/Universal International Music)
Source is het passende debuutalbum van Nubya Garcia. Passend bij de eerder door haar gemaakte muziek in andere samenstellingen en passend in de jazztraditie van de huidige Londense scene. Garcia is de koningin van deze stroming vanwege haar goede techniek en melodieuze spel. Daarbij heeft ze de capaciteit om nieuwe klanken uit onder meer dub en latin te absorberen en te transformeren.

Vocaal Nationaal
Fay Claassen – Close To You (Wedgeview Music/[PIAS])
Je eigen geluid en persoonlijkheid etaleren met repertoire dat elke muziekliefhebber kent: je moet maar durven. Het is Fay Claassen met Close To You (wederom) gelukt! Opvallend aan de productie is de inmiddels herkenbare warmte van de Wedgeview Studio.

Sanne Rambags – Sonna (SONNA Records)
Ogen dicht en luisteren: dat is de beste manier om te genieten van de veelzijdige Sanne Rambags muziek. Met Sonna, ook de naam van haar eigen label, toont ze zich een creatieve kracht met evenveel controle als durf. Jazz? Wereldmuziek? Pop? Nee: Sanne Rambags Muziek.

Yaşam Hancilar Band – Rush Hour (Isolde Records)
Hancilar is een veelzijdig vocalist. Op Rush Hour presenteert hij zich als kenner van de traditie met nieuwsgierigheid naar nieuwe opvattingen: spannend. De samenwerking met het trio dat ook onder eigen naam opereert (New Conrad Miller Trio) is met transparantie en virtuositeit als pijlers zeer geslaagd.

Vocaal Internationaal
Gregory Porter – All Rise (Decca Records France/Universal International Music)
Gregory Porter is een goede liedjesschrijver. Alle dertien nummers op All Rise van zijn hand zijn van uitzonderlijke kwaliteit. De teksten zijn ontroerend en sporen aan tot nadenken over actuele situaties. De muzikale arrangementen zijn smaakvol en afwisselend. Maar bovenal is Mr. Porter een begenadigd zanger. Zijn baritonstem heeft een enorme souplesse en een groot bereik wat de nummers allen aangenaam doet klinken. Jazz, soul, gospel en r&b alles op één album, groots.

Kurt Elling & Danilo Perez –  Secrets Are the Best Stories (Edition Records)
Met Secrets Are the Best Stories heeft Kurt Elling definitief bevestigd dat hij de belangrijkste vocalist van zijn generatie is. Hij onderscheidt zich door prangende ‘messages’ in zijn teksten die hij vertolkt op een manier die onmogelijk lijken en geen ander hem na doet. Zijn timing is ongeëvenaard en scatten kan hij als de beste.

Tom Misch & Yussef Dayes – What Kinda Music (Beyond The Groove/Blue Note Records /Caroline Music)
Zanger/muzikant Tom Misch en drummer Yussuf Dayes halen op What Kinda Music het beste in elkaar naar boven. Het album is breed van opzet zodat de creativiteit van beide heren tot het uiterste kon worden opgerekt. De ritmes van Dayes zijn diep en donker en vormen zo een tegenwicht voor Misch’ zang- en gitaarimprovisaties. Muzikanten uit de Londense jazzscene vullen het tweetal op verschillende tracks aan, hetgeen moeiteloos blend.

World
Dino Saluzzi – Albores (ECM Records/Deutsche Grammophon/Outhere)
Op Albores, zijn eerste solo album sinds 1988, laat Saluzzi horen nog steeds de grootmeester van de bandoneon te zijn. Zijn geheel eigen stijl op het grensvlak van tango, geïmproviseerde muziek, jazz en moderne klassieke muziek, melancholisch en indringend, komt op dit album schitterend tot zijn recht. De 85 jarige reflecteert met dit album op zijn rijke leven. Openend met een tribute aan zijn vriend, de overleden componist Giya Kancheli, via flarden van Argentijnse dansmuziek als Tango en Milonga, inspiratie puttend uit Argentijnse poezie, komt hij uit bij de muziek van zijn vader Cayetano Saluzzi en tot slot bij de mystiek van de ziel en het leven.    

New Cool Collective ft. Tony Allen – Trippin’ Redux (Dox Records)
Op Trippin’ Redux zijn de kenmerkende blazers arrangementen en de groovende ritme sectie van de New Cool Collective te horen samen met het slagwerk van meester drummer Tony Allen. De koning van de Afro-Beat speelde in 2006 meermaals samen met New Cool Collective. De bedoeling was om deze niet eerder in Nederland uitgegeven muziek uit te brengen ter viering van Allen’s 80e verjaardag. Het pakte anders uit: Allen overleed in 2020. Het album werd daarmee een postuum eerbetoon.

Rema – Rema Compilation (Mavin Records/Virgin/Caroline Music)
Rap, pop en r&b zijn steeds minder vooral Anglo-Saksische aangelegenheden. Via digitale media breken rap, pop en r&b artiesten van over de hele wereld wereldwijd door. Eén van hen is de 20 jarige Rema uit Nigeria met goede songs en een geheel eigen stijl: een mix van freestyle, trap en Afro-Beat, door hemzelf ‘Afrorave’ genoemd. Het album Rema Compilation is een verzameling van eerder uitgebrachte singles en gaat aan een debuut album vooraf.  In eigen land is Rema inmiddels een superster. Met zijn catchy beats en goed in het gehoor liggende stem kan het niet lang duren of de rest van de wereld volgt.  

Soul, Funk, R&B
Black Pumas – Black Pumas (Deluxe Edition) (ATO Records/[PIAS])
Rauw en tegelijk strak. Nieuw maar met een flinke knipoog naar het verleden. Met dit debuutalbum laat Black Pumas zien een stevige plek in de soulmuziek te veroveren waarbij ze hun inspiratie overal vandaan plukken.

Lianne La Havas – Lianne La Havas (Warner Records UK)
Een album dat een verhaal van begin tot einde vertelt. Lianne La Havas neemt ons mee op reis door de liefde. Van eerste verliefdheid tot waar het mis gaat en een relatie die strand.

SAULT – Untitled (Black Is) (Forever Living Originals)
Tijdloos en tegelijk actueel. SAULT is één van de meest actieve collectieven op dit moment (meerdere albums per jaar), maar Black Is sprong er bovenuit. Maatschappelijk betrokken, hier en daar zeer dansbaar en qua producties ijzersterk.

Het document
Ann Burton – Early Blue (Nederlands Jazz Archief)
De nog ontbrekende vroege opnamen van Ann Burton op voorbeeldige wijze samengebracht. Duidelijk wordt dat Ann Burton (samen met Rita Reys en Greetje Kauffeld één van de Grote Drie) ook op jonge leeftijd aan de wieg stond van de Nederlandse jazz-zang-traditie.

Metropole Orkest & Ack van Rooyen – Then and Now (The Artistry of Ack & Jerry van Rooyen 1975-2020) (ZenneZ Records)
Deze compilatie rond Ack van Rooyen en de arrangementen van Jerry van Rooyen beslaan een bijzonder fraai hoofdstuk in de Europese orkestrale jazz geschiedenis. De productie maakt ook duidelijk hoe hecht de decennia lange band is tussen het Metropole Orkest en de (ook in Duitsland op handen gedragen) jazz broers.

Various Artists – Blue Note Re:imagined (Decca Records/Universal International Music)
Klassiekers uit de legendarische Blue Note-catalogus opnieuw tot leven gewekt door de aanvoerders van de hedendaagse Londense jazzscene. Iconische titels van Hancock (Watermelon Man), Shorter (Footprints) en Henderson (A Shade of Jade) worden niet ontzien en leveren overtuigende studies.

Edison Jazz jury
De jury bestaat in 2021 uit Andrew Makkinga, Angelique Houtveen, Annie van der Velde, Co de Kloet, Michelle Kuypers en meestemmend voorzitter Imme Schade van Westrum.

Edison
De Edison is de oudste muziekprijs in Nederland en wordt al sinds 1960 uitgereikt. De onderscheiding is te vergelijken met de Amerikaanse Grammy Award, de Duitse Echo of de Britse Brit awards. De Edison bestaat uit een bronzen beeld vervaardigd door beeldhouwer Pieter d’Hont. De Edison uitreiking valt uiteen in drie muzikale genres. Edison Pop, Edison Klassiek en Edison Jazz.

(bron: Edison Stichting)

Nominaties Edison Jazzism Publieksprijs 2021

De Edison is de meest prestigieuze en oudste muziekprijs in Nederland. De onderscheiding is te vergelijken met de Amerikaanse Grammy Award, de Duitse Echo of de Britse Brit awards. De Edison bestaat uit een bronzen beeld vervaardigd door beeldhouwer Pieter d’Hont. De Edison uitreiking valt uiteen in drie muzikale genres. Edison Pop, Edison Klassiek en Edison Jazz.

De nominaties van de Edison Jazzism Publieksprijs zijn bekendgemaakt. Tien albums maken kans op een Edison. Wie het felbegeerde beeldje krijgt bepaalt het publiek. Zij kunnen tot en met 29 augustus stemmen op hun favoriete genomineerde album via https://www.edisons.nl/jazz/publieksprijzen/edison-jazzism-publieksprijs-2021/. Deze prijs is een initiatief van de Edison Stichting en het magazine Jazzism.

Ook dit jaar werden de Edisons voor Jazz vanwege de coronacrisis niet uitgereikt te midden van North Sea Round Town – het fringe festival van North Sea Jazz Festival in Rotterdam. Desalniettemin zal de Edison Stichting dit najaar de winnaars van Edison Jazz 2021 bekendmaken op gepaste wijze.

De genomineerden zijn:

Bluebeard – Yuri Honing Acoustic Quartet (Challenge Records)

Close To You – Fay Claassen (WedgeView Music)

Con Alma – The New Conrad Miller Trio (Mochermusic/Isolde Records)

Motus – Idema/Serierse Quartet (Dox Records)

Northern Lights – ODELION (ZenneZ Records)

Overture – Gaidaa (Gaidaa On The Webs)

Party Animals – Eric Vloeimans’ Gatecrash (V-Flow/Challenge Records)

Sonna – Sanne Rambags (Sonna Records)

Then And Now (The Artistry Of Ack & Jerry Van Rooyen) – Metropole Orkest & Ack van Rooyen (ZenneZ Records)

What Kinda Bird Is This? The Music Of Charlie Parker – The Eric Ineke JazzXpress feat. Tineke Postma (Challenge Records)

De nominaties van de jurycategorieën worden 24 augustus bekendgemaakt.

Boek gebaseerd op het leven van Bix Beiderbecke

Bij de Haagse uitgeverij Van Maaskant Haun verscheen in 2020  “Jongen met Trompet”, de vertaling van Dorothy Baker’s  “Young Man with a Horn”. De roman is gebaseerd op het -korte en tragische- leven van de legendarische kornettist Bix Beiderbecke (1903 – 1931). Beiderbecke wordt gezien als een belangrijke schakel tussen de New Orleans-stijl en de latere stromingen in de traditionele jazz. We volgen in de roman de hoofdpersoon Rick Martin, waarbij de turbulente levensloop van Beiderbecke nauwsluitend wordt weergegeven. “Young Man with a Horn” verscheen in 1938 en wordt algemeen beschouwd als de eerste jazzroman en  waarin de in die tijd als grensoverschrijdend ervaren vriendschappen tussen zwarte en witte musici voor de nodige ophef heeft gezorgd

Tenorsaxofonist Ben Webster

Naast de in de vorige aflevering besproken Don Byas waren er meer Amerikaanse jazzmusici die in de jaren zestig van de vorige eeuw de Verenigde Staten verruilden voor Europa. Eén van hen was de tenorsaxofonist Ben Webster die afwisselend in Amsterdam en Kopenhagen verbleef. Hij stond bekend als een grillige man met een moeilijke, maar kwetsbare persoonlijkheid. Maar als muzikant was hij van uitzonderlijk grote klasse met een uitmuntende beheersing van zijn instrument.

De wieg van Benjamin Francis Webster (27 maart 1909) stond in Kansas City (Missouri). Daar leert hij al jong piano en viool spelen. Pas daarna komt de saxofoon in zijn leven. Het is saxofonist en arrangeur Budd Johnson die hem de fijne kneepjes van het instrument bijbrengt en hij raakt verknocht aan het instrument. Hij laat de piano en de viool voor wat het is en sluit zich als saxofonist aan bij de Young Familie Band die op dat moment ook nog de talentvolle saxofonist Lester Young in de gelederen heeft. Het is de opmaat van een lange en rijke carrière voor Webster.

Al snel worden zijn bijzondere kwaliteiten herkend. In de jaren ’20 en ’30 ontwikkelt hij zich verder door in veel orkesten te spelen. Zo speelt hij in de orkesten van Andy Kirk, Fletcher Henderson, Benny Carter, Willie Bryant, Cab Calloway en in de band van Teddy Wilson. Hij ontwikkelt in die periode een eigen geluid. Zijn stijl is bijtend met harde, brutale uithalen in de snelle stukken, maar in de langzame stukken, die zijn grote specialiteit gaan worden, is zijn geluid teder, warm en ontwapenend lyrisch.

Die eigen, herkenbare stijl leidt ertoe dat hij in 1940 als eerste tenorsolist wordt toegevoegd aan het orkest van Duke Ellington. In de drie jaar die daarop volgen speelt hij als solist mee op vele bekende albums uit die periode zoals Cotton Tail en All Too Soon. Maar ook dan speelt zijn moeilijke persoonlijkheid hem parten. Zo verlaat hij de band van Ellington na drie jaar met ruzie, maar niet nadat hij een pak van de orkestleider aan stukken heeft geknipt. Hierna speelt hij in New York met eigen formaties en als lid van diverse bands met onder andere Raymond Scot, John Kirby en Sid Catlett. Soms neemt hij periodes van rust en trekt hij zich terug in het huis van zijn moeder in Californië.

In 1948 keert hij voor één seizoen terug bij Ellington en in 1953 maakt hij deel uit van de band van Count Basie. Daarna is hij jarenlang lid van Jazz at the Philharmonic, de sterrenformatie van impresario Norman Granz. Maar echt naar zijn zin heeft hij het niet meer in zijn geboorteland. Enerzijds een gevolg van de slechte werkomstandigheden voor met name zwarte jazzmusici, maar ook door een soort van minderwaardigheidscomplex waar hij last van heeft. Hij heeft het idee dat hij minder gewaardeerd wordt en ook minder kan dan generatiegenoten als Coleman Hawkins. Dus besluit hij in 1964 met een aantal Amerikaanse jazzmusici mee te gaan op een tournee naar Kopenhagen, destijds de hotspot van de jazz in Europa. In Kopenhagen speelt hij vaak met onder andere pianist Kenny Drew en bassist Niels Henning Orsted Pedersen.

In 1966 komt hij in Amsterdam terecht waar hij tot 1970 zal blijven. Hij speelt veel met de eveneens in Amsterdam wonende Don Byas, begeleid door Nederlandse ritmesecties. Ook speelt hij vaak samen met pianist Cees Slinger. Door zijn gecompliceerde karakter is Webster volgens Slinger geen gemakkelijke man om mee samen te werken, maar als je eenmaal zijn vertrouwen hebt gewonnen kun je een sterke band met hem opbouwen. Bovendien maakt zijn overmatig drankgebruik het er allemaal niet gemakkelijker op. Toch heeft hij gedurende zijn muzikale leven met alle groten in de jazz samengespeeld en is hij van invloed geweest op veel grote saxofonisten. Hij wordt niet voor niets samen met Coleman Hawkins en Lester Young beschouwd als één van de drie belangrijkste swingtenoren in de jazz.

Na 1970 is hij weer naar Kopenhagen gegaan en de jaren daarna is hij blijven pendelen tussen de Deense en de Nederlandse hoofdstad. De laatste periode van zijn leven bracht hij in Amsterdam door. Zijn laatste optreden was in het Leidse jazzcafé ‘De Twee Spieghels’ samen met pianist Irv Rochlin, bassist Henk Haverhoek en drummer Peter Ypma. Hij is op 20 september 1973 in een Amsterdams ziekenhuis aan een hersentrombose overleden. Vervolgens is hij in zijn andere thuishaven Kopenhagen begraven. Cineast Johan van der Keuken heeft in 1967 opdracht van de VPRO een 32 minuten durende film over hem gemaakt met als titel ‘Big Ben’. In 2000 is zijn door Jeroen Valk geschreven biografie verschenen, getiteld ‘Ben Webster, His Life and Music.

https://www.youtube.com/watch?v=-VnI0O1Hj9E

Don Byas in de polder

De fenomenale tenorsaxofonist Don Byas woonde jarenlang in Nederland en speelde in die periode mee tijdens vele platenopnamen van Europese en Amerikaanse jazzmusici. Ook toerde hij met vele van hen door Europa. Daarnaast nam hij hier in Nederland deel aan jamsessies en gaf zelf enkele concerten. Tot een volwaardig eigen Nederlands album kwam het echter nooit. Tot het Nederlands Jazz Archief Vara-opnames ontdekte van zo’n concert dat hij op 4 juli 1964 gaf in het Rembrandttheater in Haarlem. 

Don Byas wordt op 21 oktober 1912 geboren in Muskogee (Oklahoma) als Carlos Wesley Byas. Hij groeit op in een muzikale familie. Zijn moeder speelt piano en zijn vader klarinet. Al jong begint hij zelf met vioolspelen en dan vooral klassieke muziek. Maar al snel stapt hij over op de klarinet en zet zijn eerste stappen richting de jazz. Saxofonist Benny Carter was in die beginjaren zijn grote idool en het is dan ook niet raar dat hij de klarinet uiteindelijk weer inruilt voor de saxofoon.  

Als 17-jarige treedt hij veel op bij plaatselijke bands en tijdens zijn studiejaren op het college formeert hij al zijn eigen groep met de welluidende naam Don Carlos & The Collegiate Ramblers. Hij maakt zo veel vlieguren en gaat zijn instrument steeds beter beheersen. Hij speelt dan vooral op de altsax. Pas later, zo rond 1932, stapt hij onder invloed van Coleman Hawkins, over op de tenorsax. Dat wordt uiteindelijk het instrument waarop hij furore maakt. Trouw aan zijn leermeesters (Coleman Hawkins en Ben Webster) ontwikkelt hij een eigen stijl die de zeldzame combinatie vertoont van een felle betoogtrant van de swingschool zoals door Hawkins en Webster wordt beoefend en het behendig omgaan met de in die jaren opkomende bebopstijl.  

Zijn geluid is avontuurlijk, altijd verrassend, maar tegelijkertijd ook heel herkenbaar. Die herkenbaarheid komt mede door het hese, typische Byasgeluid in het middenregister. Hij gaat na zijn overstap op de tenorsax bij diverse bands in Californië aan de slag en maakt vandaar de stap naar de bloeiende jazzscene in New York.  Daar speelt hij met grootheden als Don Redman, Lucky Milinder, Andy Kirk en Benny Carter. En hij valt op met zijn eigen geluid. Dat leidt ertoe dat hij van 1941 tot 1943 de vervanger wordt van niemand minder dan Lester Young in de saxsectie van de Count Basie Band. 

In die periode gaat hij zich ook meer toeleggen op het verder moderniseren van zijn stijl tijdens bebopsessies in de beroemde club Minto’s Playhouse in Harlem. Hier speelt hij met onder meer trompettist Dizzy Gillespie, pianist Thelonius Monk en drummer Kenny Clarke. Kort na de Tweede Wereldoorlog gaat hij met de Don Redman Band naar Parijs. De band gaat na een aantal concerten in Frankrijk, Denemarken, België en Zwitserland weer terug naar de VS, maar Byas blijft in de Franse hoofdstad. Hij is één van de eerste Amerikaanse jazzmusici die Europa verkiest boven de hectische en vaak onstabiele jazzscene in New York. Ook in Europa is werk genoeg en in 1950 voegt hij zich bij het orkest van Duke Ellington voor diens Europese tournee. Daarna speelt hij veel vaker mee tijdens concerten van Amerikaanse collega’s als die Europa aandoen en is ook te horen op veel plaatopnamen die op het Europese vaste land worden gemaakt. Hij woont in de periode afwisselend in Parijs en Saint- Tropez.      

Het is echter de liefde die hem naar Nederland brengt. Hij trouwt met een Nederlandse vrouw en vestigt zich met haar in Amsterdam. Daar leidt hij een rustig en relaxt leven. Hij speelt vaak als gast mee bij Amerikaanse collega’s die hier op tournee zijn, is betrokken bij veel plaatopnamen, doet veel studiowerk en treedt in rustige tijden op als gastsolist in de Amsterdamse jazzclub Sheherazade. En hij heeft een favoriete visstek waar hij geregeld op de brommer naartoe gaat. In 1970 keert hij nog één keer terug naar zijn geboorteland waar hij als gastsolist speelt op het New Port Jazzfestival . In 1971 gaat hij nog een keer met de band van drummer Art Blakey op tournee naar Japan. Maar Amsterdam blijft zijn thuisbasis, waar hij op 24 augustus 1972 op 59-jarige leeftijd aan longkanker komt te overlijden. 

Don Byas heeft dus ruim zeventien jaar in Nederland gewoond en gespeeld, maar van die periode was tot voor kort geen volwaardig album terug te vinden. Dat terwijl hij toch in die jaren in allerlei bezettingen en met vele Nederlandse jazzmusici heeft opgetreden. Aan die omissie in de geschiedenis van de Nederlandse jazz is in november vorig jaar een einde gekomen. Het Nederlands Jazz Archief ontdekte Vara-opnamen van een nachtconcert op 4 juli 1964 in het Rembrandttheater in Haarlem. Hij werd daar begeleid door Ruud (bas) en Pim (piano) Jacobs en drummer John Engels. Dat concert is alsnog op de plaat uitgekomen onder de titel ‘Groovin High’. Met een album van deze swingende en spetterende live-sessie is een gat in de Nederlandse jazzgeschiedenis gedicht. Het laat horen wat een fenomenale tenorsaxofonist Don Byas was, maar ook wat een geweldige jazzmusici we in Nederland hadden die de grote Amerikaanse jazzmusici van die tijd prima partij konden geven. De cd is te bestellen bij het Nederlands Jazz Archief.     

Jubilerend Bird brengt eigen vinylcompilatie uit

Bird, de fameuze jazzclub in Rotterdam, bestaat  10 jaar. Ter ere van dat jubileum heeft BIRD op 2 juli 2021 een compilatiealbum op vinyl uitgebracht, getiteld Hummingbird Archives. De compilatie bevat een breed scala aan Nederlandse artiesten waaronder Kraak & Smaak, Benny Sings, Kofi the Unknown en Sophia.

Philip Powel, founder van jazzpodium BIRD, is trots dat na de moeilijke afgelopen tijd toch een feestje gevierd kan worden: “Muziek verbindt zowel culturen als mensen en daarom voelde het logisch om ons 10-jarige jubileum te vieren in de vorm van een vinyl compilatie”. Het album verschijnt op dubbel vinyl en is samengesteld door Philip Powel en Guido van Dieren, beide hoofdprogrammeurs van BIRD. De muziekacts op de plaat weerspiegelen de artistieke visie van BIRD die moeiteloos de brug slaat tussen genres als hiphop, jazz en soul. Het album wordt gereleaset via het indie label en CLONE-distributie. Een speciale jubileumuitgave van de plaat zal daarnaast exclusief verkocht worden via de BIRD-website. Naast een fysieke release zal de plaat ook digitaal worden uitgebracht.

Muzikale havenstad Rotterdam

De havenstad Rotterdam is een kruispunt van mensen, culturen en muziekstijlen. De stad kent een lange traditie van zwarte muziek die begon met de komst van immigranten uit de voormalige Nederlandse koloniën in de jaren vijftig en zestig. Het iconische oude treinstation Station Hofplein, waar BIRD is gevestigd, speelde hierin een centrale rol. In die tijd was het een levendig uitgaansgebied en vooral populair onder de eerste generatie Surinaamse migranten. Later in de jaren tachtig zou de stad opnieuw een leidende rol hebben in de ontwikkeling van de Nederlandse hiphop waardoor de stad door veel insiders bestempeld wordt als dé hiphophoofdstad van Nederland.

Diepgeworteld in de jazz en hiphop, maar met vertakkingen naar soul, funk en elektronica is podium, club en restaurant BIRD dé Rotterdamse hotspot voor de culturele alleseter. Een plek waar het verleden dient als springplank voor de toekomst – BIRD zoekt altijd naar de spannendste acts van morgen. Zo stonden hier in het verleden al toonaangevende namen als Gregory Porter, Anderson Paak en Roy Ayers. (Bron: Jazzism)

Ga voor meer info naar Birdrotterdam.nl

Frankrijk bakermat van de Europese jazz

De Tour de France is weer in volle hevigheid losgebarsten en Frankrijk als één van de meest populaire vakantielanden weer toegankelijk voor Nederlandse vakantiegangers. Qua muziek kennen we Frankrijk natuurlijk vooral van het Franse chanson, maar het land van de wijnen en de kazen kent ook een rijke jazzgeschiedenis. Toen de jazz ruim honderd jaar geleden overwaaide van de Verenigde Staten naar Europa was Frankrijk het eerste land waar het binnenkwam en direct omarmd werd.

Jazz is al sinds de jaren’20 van de vorige eeuw populair in Frankrijk. Zo belandde de saxofonist en klarinettist Sidney Bechet al in 1920 in Frankrijk met de Louis Mitchell’s Jazz Kings (foto), de band van de in Philadelphia geboren drummer, zanger en bandleider Louis A. Mitchell. Bechet keerde, min of meer gedwongen door een vermeende betrokkenheid bij een schietincident, terug naar Amerika, maar zou later weer terugkomen naar Frankrijk en er uiteindelijk carrière maken.

In 1920 speelde Bechet met de band van Louis Mitchell in het Apollotheater in Parijs. De muziek van de band sloeg aan en de Parijzenaren waren dol op de drumsolo’s van Mitchell. Hij besloot om niet met Bechet mee terug te gaan naar New York, maar voorlopig in Parijs te blijven. Zijn muziek werd zo populair dat hij met zijn band al snel werd ingelijfd als het huisorkest van het Casino in Parijs. Dat zouden zij vijf jaar blijven. Daarna viel het orkest uit elkaar, maar Mitchell besloot toch in Frankrijk te blijven. Hij trad op als gastsolist bij diverse groepen, maar werd ook uitbater van restaurants en nachtclubs. Na de Tweede Wereldoorlog keerde hij pas terug naar zijn vaderland. Daar trad hij nog sporadisch op. Mitchell is in 1957 in Washington overleden, maar de jazz die hij naar Frankrijk heeft gebracht is een uitstekende voedingsbodem gebleken voor de ontwikkeling van deze toen nog gloednieuwe muziek in Europa.

Dat de jazz vrij snel vaste voet aan de grond kreeg in Frankrijk had ook te maken met een aantal Amerikanen die na de Eerste Wereldoorlog in met name Parijs waren blijven hangen. Zij kenden de jazz al en zijn in de Franse hoofdstad begonnen met het opbouwen van een jazzscene. In het van rassendiscriminatie doordrenkte Amerika was de jazz in die beginperiode vooral de muziek van zwarte musici. In Frankrijk speelde die vorm van rassendiscriminatie veel minder waardoor de jazz zich veel makkelijker kon vermengen met de in Frankrijk gangbare muziekstijlen. Hierdoor kreeg de jazz in Frankrijk een heel nieuwe, eigen dimensie. Natuurlijk hadden jazzorkesten uit de VS al eerder Europese steden aangedaan. Mitchell had met zijn orkest, voordat hij in Parijs neerstreek, al gespeeld in onder andere Londen en Brussel. En ook daar sloeg de muziek aan. Musici uit die landen ging het naspelen, waardoor dat Amerikaanse jazz bleef. Het verschil is dat het in Frankrijk een mix van muziekstijlen werd, waardoor Frankrijk de bakermat van de Europese jazz geworden is.

Een belangrijke invloed op die ontwikkeling heeft de beguine gehad. Dit muziekgenre is in de 19de eeuw ontstaan op het Caraïbische eiland Martinique, een Frans overzees gebiedsdeel. Het is een combinatie van de traditionele eilandmuziek bélè met de polka en ontwikkelt door de zwarte inwoners van de hoofdstad Saint-Pierre. Op het eiland kreeg de muziek niet echt vaste grond onder de voeten. Veel musici weken daarom uit naar het moederland Frankrijk, waar het al snel wel populair werd. Dat kwam mede door de koloniale tentoonstelling van 1931 in Parijs waarin de muziek veel aandacht kreeg. Als je nu kijkt naar de oorsprong van beguine en luistert naar die muziek dan is het duidelijk dat er verwantschap is met de jazz zoals die in New Orleans is ontstaan. Deze twee muzieksoorten kwamen elkaar tegen in Parijs en zijn samen verder gegaan. Het is vanuit deze stroming dat in 1934 het Quintette Hot Club de France is ontstaan. Deze door gitarist Django Reinhardt en violist Stéphane Grappelli opgerichte groep zou tot 1948 blijven bestaan en uitgroeien tot één van de belangrijkste groepen in de Europese jazzgeschiedenis.

Ook na de Tweede Wereldoorlog bleef Frankrijk een belangrijke pleisterplaats voor de jazz. De club La Caveau de la Huchette in de Parijse wijk Quartier Latin groeide uit tot een belangrijke plek voor Amerikaanse en Franse jazzmusici. Veel Amerikaanse musici van de al eerdergenoemde Sidney Bechet tot andere grootheden als Archie Shepp, Lionel Hampton, Count Basie en Art Blakey verbleven langere tijd in Frankrijk en speelden vaak in die club. Dat deden zij dan met invloedrijke Franse jazzmusici zoals saxofonist Claude Luter en pianist Claude Bolling. En nog altijd is Frankrijk een belangrijke bakermat voor de Europese jazz. In de grote Franse steden zijn nog altijd vele jazzclubs te vinden en staat het land zomers bol van de toonaangevende jazzfestivals.

Nieuw programma seizoen 2021/2022 CTJH

Nu de vaccinatiegraad steeds hoger wordt en de strenge coronamaatregelen steeds verder worden afgeschaald heeft het bestuur van het CTJH de draad van het organiseren van jazzconcerten op zondagmiddag weer opgepakt. Uiteraard met een slag om de arm, omdat het nog onduidelijk is of en in welke mate het coronavirus of mutanten daarvan na de zomer nog een streep door de planning kunnen halen. Maar uitgaande van een positieve ontwikkeling heeft bestuur voor het seizoen 2021/2022 vooralsnog een een mooie serie van zeven jazzconcerten gepland. Het seizoen begint op 8 oktober met een optreden van de Blue Goose Revival Jazzclub (foto) en eindigt op 10 april met een spetterend slootconcert door Decadentia. Klik voor alle andere concerten en data op deze link: https://www.ctjh.nl/concerten/

Alle concerten is vinden plaats in Hotel-Restaurant ’t Heerenlogement, Franekereind 23, 8861 AA Harlingen. De aanvang is 14.30 uur. Meer info over de bands afzonderlijk volgt in aanloop naar de concerten op de website en via social media.