Om niet te vergeten: jazz-zangeres Ann Burton

Als het in Nederland over jazz-zangeressen van eigen bodem gaat, komen steevast de namen voorbij van Rita Reys en Greetje Kauffeld als absolute vocale toppers met internationale allure. Wie echter de moeite neemt om wat dieper in de archieven te graven stuit soms op pareltjes die bij het grote publiek minder bekend zijn, maar die het zeker verdienen om onder de noemer toppers te worden geschaard. Zo’n pareltje is jazz-zangeres Ann Burton. Deze aflevering is een eerbetoon aan een zangeres die ten onrechte een beetje is vergeten. 

Ann Burton werd op 4 maart 1933 als Johanna Rafalowicz geboren in Amsterdam. Haar vader was onbekend en haar moeder een Poolse vluchteling die in 1930 naar Amsterdam was gekomen. Zij had de naam van haar moeder gekregen. Die trouwde 3 jaar na haar geboorte met een Amsterdamse diamantbewerker. Dat werd haar stiefvader wiens achternaam, De Paauw, zij in 1938 kreeg. Toen brak de oorlog uit. De kleine Johanna dook onder, maar haar ouders overleefden diverse concentratiekampen. Toch was de ontwrichtende impact van die jaren zo groot op het gezin dat de getraumatiseerde ouders uit de ouderlijke macht werden ontzet. Johanna had nog de Poolse nationaliteit, maar kreeg uiteindelijk in 1957 de Nederlandse nationaliteit. 

Kortom, het begin van haar leven was niet al te rooskleurig. Ze groeide na de oorlog op met muziek en luisterde onder andere naar populaire Amerikaanse zangeressen zoals Doris Day, Jo Stafford, Rosemary Clooney, Ella Fitzgerald en Sarah Vaughan. Dat inspireerde haar zo, dat ze op haar 21ste, zonder ooit zangles te hebben gehad, besloot om te gaan zingen. Ze had wel door dat haar naam niet direct een internationaal aansprekende artiestennaam was, dus nam ze in 1955, geïnspireerd door acteur Richard Burton, de naam Ann Burton aan. Hoewel haar repertoire in die periode nog beperkt bleef tot het coveren van nummers van de door haar bewonderde Amerikaanse zangeressen, bleek al snel dat ze talent had.  

Ze kwam terecht bij de band van bandleider en pianist Johnny Millstone (artiestennaam van J. Meulensteen) en belandde via hem bij het orkest van Ted Powder (pseudoniem van Theo Kruijt). Met dat orkest trad ze op voor Amerikaanse militairen in clubs in Duitsland. Dat bleef niet onopgemerkt en leidde ertoe dat ze in de zomer van 1958 kon gaan zingen bij het kwartet van pianiste Pia Beck in het Scheveningse Kurhaus. Dat leidde vervolgens weer tot een toer door Marokko met een gezelschap waarin onder de saxofonist Piet Noordijk zat. Inmiddels was haar repertoire al veel uitgebreider geworden. Dat kwam mede door de contrabassist Ed de Haas die ze in 1957 had leren kennen. Die adviseerde haar om eens naar Billy Holiday te gaan luisteren en echt de overstap naar de jazz te maken. Dat advies heeft ze ter harte genomen. Zo heeft ze zichzelf ontwikkeld tot een volwaardig jazz-zangeres. Dat is goed te horen op opnamen van haar uit 1958 waarbij ze zwaar leunt op de luie en slepende swing van Holiday. En hoewel de jazz toch echt haar ding was, maakte ze af en toe toch ook nog uitstapjes naar andere genres. Zo is ze zelfs nog een tijdje lid geweest van de groep Shaffy Chantant van Ramses Shaffy.   

Maar ze bleef vooral jazz-zangeres. Zo werd ze halverwege de jaren ’60 ook opgemerkt door de platenmaatschappij Artone van John J. Vis. Die produceerde in 1967 haar eerste lp ‘Blue Burton’ met het trio van Louis van Dijk. Naast Van Dijk op piano bestond dit trio uit bassist Jacques Schols en drummer John Engels en was speciaal voor die gelegenheid aangevuld met saxofonist Piet Noordijk. Het was haar definitieve doorbraak. De plaat leverde haar zelfs een Edison op. Daarna nam ze in 1969 en 1972 nog twee platen op met Vis. Ook in het buitenland raakte men steeds meer onder de indruk van de stem van Ann Burton. Dat resulteerde in 1973 in een vertrek naar Japan waar ze binnen de kortste keren de titel populairste zangeres kon delen met Ella Fitzgerald. Ze nam verschillende platen op, om vervolgens door te reizen naar New York. 

Daar werkte ze onder andere samen met zanger en drummer Grady Tate en bassist Buster Williams. Naast concerten was ze ook veel in de studio te vinden voor plaatopnamen, onder andere geproduceerd door zangeres Helen Mirren. Voor de plaat ‘New York State of Mind’ kreeg ze opnieuw een Edison. Begin jaren ’80 keerde ze terug naar Nederland en richtte haar eigen platenlabel Burtone op. Daar heeft ze nog een aantal platen geproduceerd. Ook heeft ze van 1986 tot 1988 lesgegeven aan het conservatorium in Amsterdam. Ze werd echter ziek. Zingen ging niet meer en lesgeven ook niet. Uiteindelijk is ze in 1989 op 56-jarige leeftijd overleden aan keelkanker Ze heette toen alweer sinds 1971 officieel Johanna Rafalowicz.  

Gelukkig heeft Nederlands Jazz Archief een aantal vroege opnamen van deze bijzondere zangeres weten te verzamelen.  Afgelopen najaar zijn die verschenen op een cd met als titel ‘Ann Burton-Early Blue 1958-1968’. Het is met 24 bijzondere opnames een mooie staalkaart geworden waaruit maar weer blijkt dat ballades echt haar specialiteit zijn. Ze heeft een heel eigen geluid. Een stem zonder extreme uitschieters die zich vooral in het middenregister beweegt, maar die daardoor een heel rustige, mooie en aanstekelijke swing heeft. De kracht is dat ze daardoor zoveel accenten op de tekst kan leggen dat die alleen maar meer zeggingskracht krijgt. Het laat haar vakmanschap horen en toont aan dat die van zeer hoge kwaliteit is. Een Nederlandse jazz-zangeres die misschien wat in de vergetelheid was geraakt, maar die we zeker niet mogen vergeten.