Benny Goodman omarmde jazz en klassiek

De klarinet is meestal niet het eerste instrument waaraan men denkt bij jazz. Toch is het van oudsher al een veel gebruikt jazzinstrument. Dat heeft ongetwijfeld te maken met de vooraanstaande positie die het instrument heeft in de aan jazz verwante klezmer- en zigeunermuziek. Muziekstijlen waarbij, net als in de jazz, veelvuldig geïmproviseerd wordt. Veel jazzmuzikanten spelen naast een instrument als saxofoon of trompet dan ook klarinet als tweede of derde instrument. Grote namen die dat deden waren onder andere Lester Young, Sydney Bechet en Eric Dolphy. En vandaag de dag is Marcus Miller naast een begaafd bassist ook een uitstekend bespeler van de basklarinet. Maar de grootste klarinettist uit de jazzgeschiedenis is nog altijd Benny Goodman die ook het klassieke repertoire voor dit instrument tot in de puntjes beheerste.

Benny Goodman, geboren op 30 mei 1909 als Benjamin David Goodman in een arm Russisch-Joods immigranten gezin in Chicago, leert al jong klarinet spelen in een jeugdorkest. Chicago is in die tijd, de beginjaren van de twintigste eeuw oftewel ‘The Roaring Twenties’ een vooraanstaande muziekstad met een eigen jazzstijl. Deze Chicago-jazz laat zich het beste omschrijven als een blanke stijl met een strakker geordend kader dan de oorspronkelijke, vrijere jazz uit New Orleans. In die Chicago-stijl is de muziek van Goodman geworteld. Dat is natuurlijk niet zo verwonderlijk, want dat maakt hij van zeer nabij mee en probeert hij als jong ventje ook na te spelen. En dat werpt uiteindelijk zijn vruchten af.

In 1926 debuteert hij als klarinettist in de band van Ben Pollock. In dat jaar maakt hij met die band ook zijn eerste plaatopname. Daarnaast speelt hij in allerlei bezettingen met generatiegenoten als de trompettisten Red Nicols en Jimmy McParkland, de kornettist Bix Beiderbecke, altsaxofonist Jimmy Dorsey, pianist Art Hodes, gitarist Eddy Lang, vibrafonist Red Norvo en tenorsaxofonist Bud Freeman. In die periode leert hij veel, speelt veel en ontwikkelt zich stormachtig. Het gaat zo goed dat hij in 1934 besluit zijn eigen orkest op te richten. Dat wordt een groot succes. Zijn populariteit als ambitieus leider van een gestroomlijnde bigband, waarin hij zelf geregeld virtuoos soleert op de klarinet, stijgt in de jaren ‘30 en ’40 naar ongekende hoogte. Dat succes is mede te danken aan de uitmuntende arrangeurs waarmee hij zich omringt als Fletcher Henderson, Eddy Durham, Benny Carter, Jimmy Mundi en Eddie Sauer.

Het repertoire bestaat vooral uit dansbare jazz en sweet music. Grote Goodman-hits uit die periode zijn Air Mail Special, Flying Home, One o’Clock Jump, Sing Sing Sing, Stompin’ at The Savoy, Jersey Bounce en zijn bekende tune Let’s Dance. In zijn band spelen uitstekende solisten zoals de trompettisten Bunny

Berigan, Ziggy Elman en Harry James. Ook drummer Gene Kruppa speelt lang bij zijn band, Jess Stacy is zijn vaste pianist. Verder haalt hij zangeressen als Martha Tilton, Helen Forrest, Helen Ward, Peggy Lee en Billy Holiday regelmatig naar zijn orkest. Ook weet hij zichzelf als solist met veel speelvreugde te presenteren en dat levert hem de status van idool op met als bijbehorende titel ‘The King of Swing’.

Maar jazz is niet de enige muziek voor Goodman. Ook de klassieke muziek heeft zijn interesse. Zo heeft hij eind jaren ’30 al een opname gemaakt van Mozarts Klarinetkwintet. Na de Tweede Wereldoorlog gaat hij zich naast de jazz nog meer toeleggen op de klassieke muziek. Hij begint in die periode zelfs een klarinetstudie bij Reginald Clifford Kell om een hele nieuwe techniek aan te leren om die klassieke muziek op de juiste wijze te kunnen spelen. Daarna speelt hij vooral werken van voornamelijk 20e-eeuwse componisten als Igor Stravinsky, Leonard Bernstein en Morton Gould. De beroemde Hongaarse componist Béla Bartók schrijft zelfs speciaal voor hem het stuk ‘Contrasts’, een virtuoos driedelig werk voor klarinet, viool en piano. In 1950 speelt hij de wereldpremière van het aan hem opgedragen klarinetconcert van de Duitse componist Paul Hindemith. Ook speelt hij de wereldpremière van het tweede klarinetconcert van Malcom Arnold. Ook is hij als klassiek klarinettist te horen en te zien in Nederland. In de jaren ’60 treedt hij als solist op bij het Rotterdams Philharmonisch Orkest onder leiding van Franz Paul Decker tijdens een uitvoering van Mozarts klarinetconcert.

Hij blijft de jazz echter ook trouw. Zo neemt hij in 1955 met een speciaal samengestelde bigband de muziek op voor een film over zijn leven, ‘The Benny Goodman Story’. Goodman wordt in die film gespeeld door de acteur Steve Allen. Daarnaast maakt hij om de paar jaar een aantal lange bigbandtournee’s over de wereld en geeft hij losse concerten in kleine bezettingen. Dat is prima te combineren met zijn solistisch werk bij gerenommeerde symfonieorkesten en het vastleggen van kamermuziek op de plaat. In 1982 treedt hij voor de laatste keer op in Nederland tijdens het North Sea Jazz Festival in Den Haag met een gelegenheidsband met onder meer tenorsaxofonist Scott Hamilton, trompettist Warren Vaché en drummer Mel Lewis in de gelederen. Benny Goodman is op 13 juni 1986 op 77-jarige leeftijd in New York overleden.