De trombone is ooit via de dixieland de jazz ingerold. Niet direct in een muzikale hoofdrol, maar meer als ondersteuning van de blazerssectie. Later is men gaan ontdekken dat de trombone, in de volksmond ook wel schuiftrompet genoemd, samen met de saxofoon en trompet ook een hoofdrol kan spelen en zelfs goed dienst kan doen als solo-instrument. Vooral in het tijdperk van de swing en later de bebop kreeg de trombone steeds meer een vooraanstaande positie. Het instrument is inmiddels niet meer uit de jazz weg te denken. Vooral in bigbands behoort de trombone tot de dragende instrumenten. Je kunt op een trombone mooi glissando spelen, waarbij je soepel van de ene naar de andere toon glijdt ofwel schuift, maar je kunt het instrument ook laten brommen en grommen. Nederland heeft veel goede jazztrombonisten in huis zoals onder andere Bart van Lier, Ilja Reijngoud, Bart Boeren en Wolter Wierbos. Deze aflevering gaat echter over Chris Barber, de onlangs overleden Britse trombonist, bandleider en jazzicoon.
Vorige week dinsdag (2 maart) is Chris Barber na een lang en muzikaal leven op 90-jarige leeftijd overleden. Hij werd geboren in de Engelse plaats Welwyn Garden City en maakte furore als trombonist in de traditionele jazz. Maar zijn muzikale leven begon op zijn zevende met klassieke vioollessen. Dat hield hij vol tot zijn vijftiende. Op zijn achttiende, hij was inmiddels voor zijn middelbare schoolopleiding in Londen gaan wonen, kocht hij een beschadigde trombone. Dat instrument kreeg hij snel onder de knie en hij ging samenwerken met de Engelse blueszangeres Beryl Bryden. Kort daarna, in 1949, begon hij zijn eigen jazzband en nam op 11 oktober van dat jaar een plaat op met vier klassieke jazznummers uit de jaren’20.
Daarnaast was hij ook nog verzekeringsagent, maar die baan ruilde hij 1951 in voor de muziek. Hij bekwaamde zich verder op de trombone en op de staande bas op de Guildhall School for drama and music in Londen en leidde tegelijkertijd een groep die New Orleans-jazz speelde, de Barber Jazzmen met als zanger en banjospeler Lonnie Donegan,. Uiteindelijk wilde Barber net als enkele andere muzikanten uit de groep, onder wie Donegan, de traditionele jazz combineren met meer recentere stijlen. Zij verlieten de groep en begonnen de Chris Barber Jazzband. Die maakte furore met een mengeling van Amerikaanse dixieland, blues, folk en jazz. Deze muziek werd skiffle genoemd; Barber en zijn band maakten daar weer een heel eigen versie van dat zelfs Britse Country werd genoemd. Donegan scoorde in 1954 met een paar leden van de band een wereldhit met het nummer ‘Rock Island Line’ en de skiffle werd wereldwijd een begrip.
Het was bijvoorbeeld die stijl die in 1957 John Lennon inspireerde om samen met Paul McCarthney de skiffleband The Quarrenmen op te richten. Barber zelf had ook interesse in de blues en veranderde eind jaren vijftig de naam van zijn band in Chris Barber Jazz and Blues Band. Hij had toen al een paar flinke hits op z’n naam staan, onder andere met het nummer Petit Fleur van de Amerikaanse componist, saxofonist en klarinettist Sydney Bechet. In Nederland stond het 2 maanden op nummer 1 in de hitparade. Het leverde Barber en zijn band uitnodigingen op over de hele wereld en de band toerde onder andere door de Verenigde Staten. In de jaren’6o kwam de rock and roll op, wat een beetje ten koste van de jazz ging. Dat had echter geen invloed op Barber en zijn orkest. Omdat hij ook de blues had omarmd kon hij in 1961 spelen in een uitverkochte Royal Festival Hall waar hij met zijn orkestenleden indruk maakte op toen opkomende grootheden als John Mayall, Eric Clapton en zelfs de Rolling Stones. Naast blues werd ook gospel aan het repertoire toegevoegd en later ook de muziek van bassist, pianist en componist Charles Mingus en toetsenist Joe Zawinul.
Barber bleef zich muzikaal verbreden en maakte opnamen met uiteenlopende artiesten als James Cotton, Howlin’ Wolf, Louis Jordan en Sonny Boy Williamson. Ondertussen bleef Barber met zijn muzikanten over de hele wereld toeren en in 1967 nam hij het door Paul McCartney geschreven nummer ‘Cat Call’ op, waarbij McCartney op de opname zelf het hammondorgel bespeelde. Zijn invloed op de muziek in die jaren was zo groot dat Bill Wyman, Rolling Stonesbassist van het eerste uur, ooit heeft gezegd dat zowel de Stones als The Beatles zonder de invloed van Barber nooit zo ver gekomen zouden zijn.
Ook in de jaren ’70 en ’80 bleven Barber en zijn band zich vernieuwen. Hij speelde samen en maakten opnamen met gitarist Rory Gallagher, Dr. John en Van Morrison. Hij is ook veel in Nederland geweest met zijn orkest en er is een periode geweest dat hij bijna jaarlijks een concert gaf in De Lawei in Drachten. Zijn orkest heeft overigens ook enig Fries bloed in de gelederen. Saxofonist en klarinettist Bert Brandsma uit Garijp ging in 2011 als invaller met het orkest op tournee. In 2012 is hij de vaste solist op klarinet geworden en vanaf 2019 heeft hij de presentatie tijdens de concerten voor zijn rekening genomen. Het is ook in dat jaar geweest dat Chris Barber besloot zijn trombone definitief aan de wilgen te hangen. Hij vond het na 70 jaar toeren wel welletjes. Zijn band is, onder de muzikale leiding van trombonist Bob Hunt en met Bert Brandsma als klarinettist en presentator, blijven bestaan. Chris Barber leed de laatste jaren van zijn leven aan dementie en is op 2 maart 2021 na omvangrijke muzikale carrière in zijn slaap overleden.