Boy Edgar Prijs voor klassieke jazzman Ack van Rooyen

Dinsdag 15 december 2020 zal geschiedenis ingaan al een bijzondere dag in Nederland. Het is niet alleen de eerste dag van de volledige lockdown tijdens de coronapandemie, maar ook de dag de Buma Boy Edgar Prijs is uitgereikt aan de 90-jarige trompettist en bugelspeler Ack van Rooyen. Een jazzmuzikant in hart en nieren met een klassieke achtergrond.

De toekenning van Buma Boy Edgar Prijs 2020 aan Ack van Rooyen is een mooie bekroning van een uitzonderlijk muzikaal leven dat inmiddels ruim 70 jaar omspant. De in 1930 in Den Haag geboren Van Rooyen heeft als bugelspeler en trompettist zijn stempel stevig gedrukt op de Nederlandse jazzgeschiedenis. Toch is zijn rijke carrière niet met jazz begonnen. Na zij studie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag begon hij als beroepsmuzikant bij Het Gelders Orkest. Daar bleef hij tot 1952.

Maar hij is een jazzman. Al in 1946 reisde hij met zijn oudere broer en trompettist Jerry (1928-2009), die vooral bekend is geworden als componist, arrangeur en jazzdirigent, naar Indonesië om mee te spelen met de Tom van der Stap Bigband. Daar kwam hij ook in aanraking met de bebop en die stijl heeft de rest van zijn muzikale leven beïnvloed. Later bezocht hij met zijn broer en pianist/trompettist Rob Pronk New York om 52nd Street de grote jazzhelden van toen te beluisteren.

Terug in Nederland richtte Pronk de jazzband ‘Boptet’op met de broers Van Rooyen en pianist Rob Madna. Zo is het balletje uiteindelijk gaan rollen. Ack Van Rooyen speelden vervolgens bij Aimé Barelli Orchestra (Parijs), Peter Herbolzheimer Big Band, WDR Big Band, Dutch Jazz Orchestra, Metropole Orchestra, SFB Bigband, Süd-Deutscher Rundfunk Orchestra, Clark Terry Orchestra, Gil Evans Orchestra en de Clarke-Boland Bigband. En dat is nog maar het topje van de ijsberg. Verder speelde hij met grootheden als Miles Davis (Montreux festival), Lee Konitz, Dizzy Gillespie, Steve Gadd, Gil Evans, Kenny Clarke, Nils Henning Orsted Petersen en was hij mede-oprichten van het United Jazz & Rock Ensemble. Bovendien is hij jarenlang aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag verbonden geweest als hoofddocent jazztrompet.  

Behalve op trompet heeft hij zich al op jonge leeftijd bekwaamd op bugel. En dat is eigenlijk zijn favoriete instrument geworden. De toon van de bugel is aardiger en zachter dan die van de trompet die harder en aanvallender kan worden genoemd. Het warme, zachte geluid van de bugel past dan ook beter bij de bescheiden Van Rooyen, staat in het juryrapport van de Boy Edgar Prijs.

Ondanks die bescheidenheid is hij nog altijd een grote inspiratiebron voor veel jazzmusici met heel eigen herkenbare, subtiele klank. Een terechte winnaar dus van een bijzondere prijs die is vernoemd naar de huisarts G.W.F. Edgar (1915-1980), maar die als trompettist, arrangeur/componist en dirigent als Boy Edgar veel heeft betekend voor Nederlandse jazzscene.