Na het afscheid eerder in deze serie van de legendarische trombonist Chris Barber, staat de trombone in deze aflevering opnieuw centraal. Ook Nederland kent inmiddels een respectabel rijtje van uitstekende jazztrombonisten, maar de nestor is toch echt Willem van Manen. Behalve een inmiddels legendarische trombonist van wereldniveau is hij bovendien een geweldige componist en een uitstekend bandleider.
Willem van Manen is een echt oorlogskind. Hij is geboren in september 1940 in Amsterdam. Op zijn zevende begint hij met pianoles bij Johannes Röntgen, daarnaast start hij in die periode ook met trompetles. Op zijn vijftiende komt hij terecht in een dixielandbandje waarin hij bugel speelt en ook al snel de trombone voor zijn rekening neemt. Dixieland behoort in die tijd al tot de meer traditionele jazzstijlen,want zo halverwege de jaren ’50 is ook de moderne jazz in Nederland in opkomst.
Daar komt de jonge Van Manen mee in aanraking als hij van het Hervormd Lyceum in Amsterdam overstapt naar het meer vrijgevochten Vossius Lyceum. Daar ontmoet hij ook mensen die, net als hij, jazzliefhebber en later invloedrijke musici zouden worden zoals Maarten van Regteren Altena en Hans van Sweeden. Van Manen belandt in verschillende orkesten binnen de school en komt in aanraking met vele jazzstijlen, van dixieland tot cool jazz. Hij leert veel op muzikaal gebied, maar besluit na het lyceum in 1962 toch de studie sociologie aan de Universiteit van Amsterdam op te pakken.
Naast zijn studie blijft de muziek een belangrijke rol in zijn leven spelen. Zo besluit hij zich verder op de trombone te bekwamen door les te nemen bij Henk van Bergen van het Concertgebouworkest. Dat resulteert in een uitnodiging voor het Nederlands Studenten Orkest. Daar komt hij in aanraking met moderne klassieke muziek. Maar toch blijft ook de jazz. In diezelfde periode speelt hij in bigband de Caledonians. Daar ontmoet hij baritonsaxofonist Hen van Es, die een kwartet heeft dat free-bop speelt en waar Van Manen bij aansluit.
Het is 1968 als hij definitief voor de muziek kiest. Het is in die periode dat hij zijn platendebuut maakt op de live in Paradiso opgenomen LP van Heavy Soul Inc, het free-jazz kwartet van saxofonist Hans Dulfer. Hij raakt betrokken bij de naar muzikale vernieuwing strevende beweging De Notenkrakers met onder andere Louis Andriessen en Reinbert de Leeuw. Intussen speelt hij ook veel bij ander andere de orkesten van Boy Edgar, Misha Mengelberg, Theo Loevendie en Willem Breuker. Allemaal bandleiders die muzikale vernieuwing voorstaan. Ook in de jazz.
Willem van Manen speelt ook een belangrijke rol bij het opzetten van het Bimhuis in 1970 en bij de verdere ontwikkeling van dat jazzpodium. In 1972 komt hij terecht in het door Louis Andriessen opgerichte en vernieuwende orkest De Volharding, dat is opricht als ‘reactie op de verstarde en konventionele muziekpraktijk’ (volgens de tekst op een lp-hoes). Als Andriessen vertrekt wordt Van Manen de drijvende kracht achter dit orkest. Bovendien werkt hij mee aan diverse muzikale projecten en is hij van 1973 tot en met 1979 betrokken als leider bij het leerokest De Boventoon.
In 1978 schrijft hij voor het Willem Breuker Kollektief het stuk ‘I’m Busy’. Hij heeft al eerder wat kleine dingen geschreven, maar dit beschouwt hij zelf als zijn eerste volwaardige compositie. In 1979 verschijnt zijn eerste titelloze lp met eigen werk en begint hij een eigen orkest: De Springband. Voor de bezetting put hij uit leerorkest De Boventoon en nodigt hij internationaal gelouterde musici uit het improvisatiecircuit uit. Muzikaal gaat dit orkest in tegen de geijkte bigbandmuziek.
Aan De Springband komt na 1983 een einde als drie musici van de band na een optreden omkomen bij een auto-ongeluk. Daarna focust hij zich op een aantal compositie-opdrachten en richt in 1985 de Contraband op. Deze band heeft, net als de Springband, een afwijkende bezetting met rietblazers tegenover de koperblazers, met Van Manen als orkestleider in het midden en met de ritmesectie op de achtergrond. Het wordt een succes. Het orkest toert veel en neemt in 1988 de eerste live cd op in het Bimhuis.
In 1992 wint hij de Boy Edgarprijs en in 1994 wordt zijn kameropera Roger Roger voor het eerst uitgevoerd. Het libretto van dit ‘aerodynamische liefdesdrama in zes bedrijven’ is geschreven door J. Bernlef. De carrière van Van Manen is in die periode echt op een hoogtepunt. Hij is muzikaal in topvorm, componeert volop en zijn creativiteit kent geen grenzen. De verandering komt als hij in de winter van 1996-1997 zijn pols breekt en zeven maanden uit de running is. Hij pakt de draad daarna wel weer op, maar besluit in 1998 toch te stoppen met trombone te spelen in het orkest.
Hij gaat dan nog wel door als bandleider, maar kondigt in 2003 het einde van de Contraband aan. In 2004 verschijnt de CD The Painter en wordt een afscheidsconcert georganiseerd. Niet lang daarna besluit Van Manen helemaal te stoppen met zelf spelen. Hij blijft actief als componist en als bandleider betrokken bij diverse amateurorkesten. In 2005 wordt hij eindredacteur jazz bij de Concertzender, wat hij tot 2019 blijft doen. Daarna trekt hij zich min of meer terug uit het publieke muzikale leven. Als trombonist in diverse ensembles en orkesten heeft hij meer dan 5000 optredens in binnen- en buitenland op zijn naam staan, als componist schreef hij vele composities voor orkesten, films, ballet en theater en als hoofdvakdocent trombone en muziekgeschiedenis aan het Sweelinck Conservatorium in Amsterdam is hij een grote inspiratiebron geweest voor veel leerlingen.