De gitaar is al sinds mensenheugenis een belangrijk instrument in de jazzmuziek. Vele uitmuntende gitaristen zoals George Benson, Wes Montgomery, Joe Scofield, Pat Metheny, Kurt Rosenwinkel, Phillipe Catherine en Jim Hal zijn nog maar het topje van de ijsberg van internationaal vermaarde jazzgitaristen. Ook Nederland tokkelt op wereldniveau goed mee met gitaristen als Jesse van Ruller, Maarten van der Grinten en Martijn van Itterson. Allemaal gitaristen die de fijne kneepjes van het vak geleerd hebben van Wim Overgaauw. Een bescheiden en begenadigd jazzgitarist die het niveau van het Nederlandse jazzgitaarspel naar een internationaal niveau heeft getild, maar die, juist door zijn bescheidenheid, na zijn dood bij het grote publiek in de vergetelheid is geraakt. Tijd voor een eerbetoon aan één van Nederlands grootste jazzgitaristen.
Wim Overgaauw werd op 23 november 1929 geboren in Hilversum. Over zijn jeugd is niet veel bekend, maar wel dat hij op jonge leeftijd begint met vioolspelen. Aan het begin van zijn tienerjaren belandt hij zelfs in een strijkorkest en blijft daar twee jaar spelen. Dat is in de periode dat Nederland gebukt gaat onder het geweld en de terreur van de Duitse bezetter in de Tweede Wereldoorlog. Maar dan wordt het 1945, het jaar van de bevrijding, het jaar ook van de muziek die weer mag. Er klinkt weer jazz op de radio. Die muziek heeft de jonge Wim Overgaauw ongetwijfeld gehoord en getriggerd.
In die periode hangt hij de viool aan de wilgen en ruilt hem in voor de gitaar. Hij kent het instrument niet, maar luistert goed naar onder andere de muziek van Django Reinhardt en gaat dat naspelen. Later komt daar het werk van Charlie Parker en Lennie Tristano bij. Zo krijgt hij zonder enige noemenswaardige theoretische kennis het instrument onder de knie. Intussen leert hij voor elektricien, want van een carrière in de muziek is dan helemaal nog geen sprake. Het is de tijd van de wederopbouw en dan is een ambachtelijk technisch beroep alleen maar handig.
Hij gaat bij Philips in Hilversum werken, maar dat duurt uiteindelijk niet lang. Tijdens een jamsessie valt zijn talent op en wordt gevraagd of hij beroepsmuzikant wil worden. Zijn liefde voor de jazz en zijn gitaar is dan al zo groot dat hij daar niet lang over na hoeft te denken. Zijn kennis als elektricien komt hem overigens nog aardig van pas, want zijn akoestische Spaanse gitaar bouwt hij eigenhandig met onder andere radio-onderdelen om tot een elektrisch exemplaar. Na zijn besluit om van gitaar spelen zijn beroep te maken, belandt hij in Amsterdam. Daar wordt spelenderwijs, maar in een rap tempo zijn theoretische muzikale kennis bijgespijkerd en belandt hij in 1951 bij zijn eerste
professionele band, het combo van pianist-vibrafonist John Krispijn. Daarna volgt het Stardust Quartet van drummer Mick Vollebregt waarmee hij door Duitsland toert om voor de daar gelegerde Amerikaanse militairen te spelen. En zo breidt de muzikale carrière van autodidact Wim Overgaauw zich gestaag verder uit. Na het Duitse avontuur belandt hij bij diverse groepen van drummer Wessel van Ilcken, maar leidt hij ook eigen groepen. Zijn echte doorbraak komt in het begin van de jaren ’60 als hij lid wordt van het Pim Jacobs Trio en als begeleider van zangeres Rita Reys. Met haar en het trio toert hij over de wereld en vestigt definitief zijn naam als uitzonderlijk goede jazzgitarist. Hij belandt in het internationale jazzcircuit en speelt mee op plaatopnamen van saxofonist Lee Konitz, maar begeleidt ook grootheden als Cannonbal Adderley, Sam Jones en Jimmy Raney. Het levert hem van 1966 tot 1970 zelfs steevast de eerste plaats op als beste gitarist in de poll van het blad Jazzwereld.
In 1972 brengt hij de plaat Don’t Disturb uit. Het is een lp met uitsluitend easy listening werk en dat verkoopt goed. Het levert hem een Edison op. Later brengt hij nog een paar vergelijkbare platen uit. Mooie muziek die lekker in het gehoor ligt, maar die absoluut, en daar waren alle kenners het op dat moment wel over eens, geen recht doet aan het enorme talent van de jazzgitarist. Hij heeft zich inmiddels ontwikkeld tot een muzikale alleskunner en is veel in studio’s te vinden als begeleider van muzikanten in diverse genres en stijlen. Hij richt Stangers op, een rockjazzgroep waarmee hij onder andere optreedt in de Amsterdamse poptempels Paradiso en de Melkweg. Dat avontuur is maar van korte duur. Tussendoor vormt hij ook nog een duo met de free jazzdrummer Han Bennink.
Dan wordt het 1984 en wordt in zijn geboorteplaats Hilversum het Hilversums Conservatorium opgericht met als belangrijke tak een echte jazzopleiding. Overigens wordt het in eerste instantie de afdeling Lichte Muziek genoemd, dat is de categorie waar de jazz op dat moment onder wordt gerekend. En wie kun je dan als beste aanstellen als docent jazzgitaar? De keus moet destijds niet zo moeilijk geweest zijn: Wim Overgaauw, kind van de stad en uitgegroeid tot de beste Nederlandse jazzgitarist van zijn generatie. Het lesgeven bevalt hem. Hij doet het graag en vol overgave en ontwerpt en publiceert zelfs compleet nieuwe lesmethodes, zoals The European Jazz Guitar. Het lesgeven past goed bij zijn bescheiden karakter.
Naast het docentschap doet hij nog wel studiowerk en af en toe een optreden in een kleine club, maar optreden in het openbaar wordt zeker in zijn laatste jaren steeds minder. Hij geniet meer van de successen van zijn leerlingen onder wie Jesse van Ruller, Martijn van Iterson en Maarten van der Grinten. In 1995, net na zijn 66ste verjaardag, overlijdt hij in zijn geboorteplaats aan de gevolgen van kanker. Postuum worden nog twee cd’s uitgebracht vantournees die hij maakte met de Amerikaanse Hod o’Brien en daar is de ware jazzgitarist Wim Overgaauw met stijlvaste, vingervlugge bebop te horen. Dat is het verfijnde, subtiele spel dat hem tot één van de grootste jazzgitaristen van zijn tijd maakte, maar waarvan het grote publiek helaas weinig heeft opgemerkt. Naast gitarist was Wim Overgaauw ook componist en heeft hij muziek geschreven voor films en televisie.